Website: | website met extra informatie | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Vakcode: | INFOB3PS | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Studiepunten: | 7.5 ECTS | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Periode: | periode 2 (week 46 t/m 5, d.w.z. 9-11-2020 t/m 5-2-2021; herkansing week 16) | ![]() | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Timeslot: | C | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Deelnemers: | tot nu toe 136 inschrijvingen | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Rooster: | De officiële roosters staan in MyTimetable | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Docenten: |
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Inhoud: | In de module Product Software passen we bestaande informatiekunde-technieken toe voor het analyseren van een belangrijke Nederlandse industrie. Studenten worden bewust gemaakt van het belang van de industrie voor de maatschappij, de grootte van de industrie, en de penetratie in het dagelijks leven. Er ligt in dit vlak een sterke nadruk op modelleren. Er wordt gekeken naar hoe software producerende organisaties en hun producten gemodelleerd worden voor verdere analyse. De volgende modelleertechnieken komen aan bod: variabiliteitsmodellen voor softwareproducten, software supply chain modellen, business modellen (STOF en business model canvas), en (sociale) bedrijfsnetwerken. Verder wordt ook gekeken naar de toepassing van model-gedreven ontwikkeling. De leerdoelen van het vak, beschreven volgens de Dublin descriptoren, zijn:
Het vak bereidt de student voor op een carrière in de productsoftware. Tevens krijgt de student inzicht in de verschillende methodes die bestaan voor het evalueren van verschillende oplossingen voor een probleemdomein. Dit verschaft de student gereedschap om in de toekomst een juiste aanschafbeslissing te maken voor productsoftware. Tot slot geeft het vak inzicht in de vele onderzoeksuitdagingen binnen het domein. Vaardigheden: Na afsluiting van het vak kan de student (1) werken binnen een productsoftware bedrijf, (2) onderzoek doen naar productsoftware (markt, bedrijf, etc.), (3) een methode toepassen om het juiste product voor een probleemdomein te kiezen, (4) een software product installeren en implementeren binnen een organisatie, en (5) mee discussiëren over beleidsbeslissingen over de productsoftware industrie. De onderwerpen en theorieën die aan bod komen zijn:
Deze onderwerpen worden toegelicht aan de hand van cases uit de industrie. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Literatuur: | Optioneel: The Business of Software: What Every Manager, Programmer, and Entrepreneur Must Know to Thrive and Survive in Good Times and Bad - Michael A. Cusumano. Ook optioneel: Software Product Management. The ISPMA-Compliant Study Guide and Handbook. 2017. Authors: Kittlaus, Hans-Bernd, Fricker, Samuel A. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Werkvorm: | Bij het vak horen drie practicumopdrachten. Deze worden verder besproken op de vakpagina. Bij het vak en de presentaties in de middagen geldt een aanwezigheidsplicht. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Toetsvorm: | Het vak bestaat uit een verplicht college (geen cijfer), verplichte online lectures met korte toetsvragen (doorloopcheck van FeedbackFruits), een midterm, een tentamen, en een groot practicum. Voor ieder onderdeel (i.e., de losse practicumopdrachten) dient minimaal een 4,0 gehaald te worden om te kunnen slagen voor het vak. Voor de midterm en het tentamen gemiddeld of voor het hertentamen dient een 6 gehaald te worden. Het hertentamen is een samenvatting van beide tentamens en bestrijkt dus alle stof die behandeld is in de context van het vak. Een van de assignments mag herkanst worden, ook als het cijfer beneden de 4 is. Gemiddeld dient het cijfer natuurlijk een 6 of hoger te zijn, dus het slaagcijfer is 6 of hoger. Bij te laat inleveren kost dat de teams een punt per dag. Deze boete telt niet mee voor bovenstaande voorwaarde. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Inspanningsverplichting voor aanvullende toets: | Om aan de aanvullende toets te mogen meedoen moet de oorspronkelijke uitslag minstens 4 zijn. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Beschrijving: | Voorkennis: Er wordt verwacht dat de student het vak onderzoeksmethoden heeft gevolgd en daarbij uitgebreide kennis heeft opgedaan van kwalitatieve onderzoeksmethoden, met het zwaartepunt op interviews en case studies. Er wordt ook verwacht van de student dat deze inzicht heeft in het bouwen van een systeem en het ontwikkelen van een software oplossing. Kennis over software ontwikkeling is een pré, maar geen vereiste. |