Vakcode: | INFOB1CODE | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Studiepunten: | 7.5 ECTS | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Periode: | periode 2 (week 46 t/m 5, d.w.z. 9-11-2020 t/m 5-2-2021; herkansing week 16) | ![]() | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Timeslot: | D | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Deelnemers: | tot nu toe 173 inschrijvingen | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Rooster: | De officiële roosters staan in MyTimetable | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Docenten: |
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Inhoud: | Computationeel denken is een van je belangrijkste competenties als informatiekundige. Tijdens en na je studie ben je werkzaam op het raakvlak van mens en informatietechnologie, van organisaties en informatiesystemen, van de fysieke wereld en de digitale data. Als 'architect' van digitale oplossingen dien je je bouwmateriaal (data, algoritmen, programmeertalen, modules, user interfaces) te kennen en er productief en creatief mee om te kunnen gaan. Je kunt bedenken en uitleggen wat mogelijkheden en beperkingen van bepaalde oplossingen zijn. Je bent in staat om te demonstreren waarom een voorgestelde oplossing werkt, door zelf prototypes en demo's te programmeren en door inzicht te tonen in de technische implementatie van prototypes die door anderen geprogrammeerd zijn. Meer en meer wordt er ook van je verwacht dat je kunt voorzien waar technische keuzes maatschappelijk ongewenste gevolgen kunnen hebben. Zoals al uit de naam van het vak blijkt, is computationeel denken het centrale thema van dit vak. Maar je hebt met bepaalde aspecten al kennis gemaakt in de cursussen Datamodelleren en Mens, Maatschappij en ICT. Veel vakken in de rest van je opleiding dragen bij aan de leerlijn computationeel denken, zoals het Introductieproject, Systeemontwikkelingsmethoden en Data Analytics. De vaardigheden die je in de cursus Computationeel Denken (CODE) verwerft, kun je door je hele opleiding verder inzetten, bij voorbeeld bij het maken van prototypes en het uitvoeren van analyses. Mocht je later een nieuwe programmeertaal willen leren, dan zal je ervaring uit deze cursus maken dat je snel de basisconcepten kunt verwerven. In deze cursus volgen we de omschrijving van computationeel denken van Denning en Tedre (2019): Computational thinking is the mental skills and practices for (1) designing computations that get computers to do jobs for us, and (2) explaining and interpreting the world as a complex of information processes. Daarom hebben we ook twee (gerelateerde) lijnen in dit vak aangebracht:
LeerdoelenNa afloop van dit vak kun je:
DeelnameDeze cursus is uitsluitend bestemd voor studenten Informatiekunde, Liberal Arts en Sciences met hoofdrichting Informatiekunde, en studenten die de minor Informatiekunde volgen. Ook kan deze cursus deel uitmaken van een premaster voor de programma's Human Computer Interaction of Business Informatics. Andere studenten met een interesse in Python en/of computationeel denken kunnen zich inschrijven voor de cursus Programmeren in Python (BETA-B1PYT) in periode 3. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Literatuur: | Voor CODE hoeft geen verplichte literatuur te worden aangeschaft. De leerstof bestaat uit de inhoud van de hoorcolleges, plus een aantal artikelen en boekhoofdstukken die online beschikbaar zijn. Links naar dit materiaal vind je in de syllabus van het vak in Blackboard.
Als je behoefte hebt aan extra achtergrond bij het vak, raden we de volgende boeken aan:
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Werkvorm: | Twee keer per week hoorcollege. Twee keer per week werkcollege. Het werkcollege wordt afgesloten met het eindproject, dat je in tweetallen uitvoert. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Toetsvorm: | Het vak kent twee toetsen. De eerste toets telt mee voor 30% van het eindcijfer en wordt op de universiteit afgenomen. De tweede toets telt mee voor 20% en is een thuistoets. Mogelijk wordt hierbij gebruikk gemaakt van online proctoring. Om te slagen voor het vak, dient het gewogen gemiddelde van de toetscijfers ten minste een onafgeronde 5,5 te zijn.
Voor het praktische gedeelte van het vak worden twee cijfers gegeven. De opgaven tellen voor 15% mee voor het eindcijfer, en het eindproject voor 35%. Om te slagen voor het vak dient het gewogen gemiddelde van opgaven en eindproject ten minste een onafgeronde 5,5 te zijn. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Inspanningsverplichting voor aanvullende toets: | Als je voor het de cursus een onvoldoende behaald hebt, kun je een aanvullende toets doen als je aan de volgende voorwaarden voldoet:
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Beschrijving: | Guest access to Blackboard |